Laatste nieuws

Startnotitie MER windpark IJsselwind ter inzage

IJsselwind B.V. (opgericht door vier lokale energiecoöperaties uit Lochem, Brummen, Voorst, en Zutphen) wil twee windturbines bouwen ten noorden van het Twentekanaal, op gronden in eigendom van de provincie Gelderland en de gemeente Zutphen. Het doel van de bij Eefde te bouwen windturbines is het opwekken van lokale groene stroom, waarbij het de bedoeling is dat de ‘energiewinst’ in het gebied blijft. Ook het Waterschap Rijn en IJssel heeft plannen voor een turbine op De Mars aan de Letlandsestraat nabij Fort de Pol, maar neemt daarover later een besluit.

Draagvlakonderzoek en MER-procedure
Locaties-De-Mars Twentekanaal-KLBeoogde locaties voor de drie windturbines: twee net ten noorden van het Twentekanaal (maar wel op Zutphens grondgebied) en één op De MarsIn februari 2017 wordt in de regio door de gemeenten Zutphen, Lochem en Brummen een onafhankelijk draagvlakonderzoek uitgevoerd naar de plannen van IJsselwind. Ook is een begin gemaakt met een milieueffectrapport (MER). Daartoe ligt van 3 februari tot en met 2 maart 2017 de Notitie Reikwijdte & Detailniveau MER Windpark IJsselwind (NRD) ter inzage. De notitie is bedoeld om betrokken bestuursorganen/ instanties en omwonenden te informeren en te raadplegen over de inhoud van het op te stellen MER. De NRD onderbouwt de gekozen locatie van het windpark, gaat in op alternatieven en geeft aan welke milieuaspecten in het MER onderzocht worden. Ook de turbine die het Waterschap wil bouwen wordt in het draagvlakonderzoek en in het MER meegenomen.

MER-procedure
In een milieueffectrapport worden de milieueffecten van een voorgenomen activiteit beschreven. Doel is om het milieubelang volwaardig te laten meewegen bij de beleidsvorming rondom het opstellen van bestemmingsplannen, waarbij de onderbouwing van de locatiekeuze een belangrijk onderdeel is. In een MER worden alternatieven opgesteld en vervolgens onderzocht en vergeleken op milieueffecten. De effecten van die alternatieven worden in het MER vergeleken met de referentiesituatie. (De referentiesituatie, ofwel het nul-alternatief, is de toestand van het milieu wanneer de voorgenomen ontwikkeling niet plaatsvindt: dus de huidige situatie plus de autonome ontwikkeling.) Na de effectbeoordeling wordt een voorkeursalternatief vastgesteld, op basis waarvan een bestemmingsplan kan worden opgesteld.
De eerste stap in een MER-procedure is het opstellen van een startnotitie, een zogenaamde Notitie Reikwijdte en Detailniveau (RND). De RND vormt het kader voor een op te stellen MER, en dat is de Notitie die in de onderhavige procedure ter inzage is gelegd.

MER windpark IJsselwind
IJsselwindWindpark gezien vanaf kruising Mettrayweg/ Meijerinkstraat. Op de achtergrond de drie bestaande turbines (Visualisatie: ROM3D, Harfsen)Bij het MER-windpark IJsselwind is IJsselwind B.V. de initiatiefnemer en de gemeenteraad van Zutphen het ‘bevoegd gezag’ (de windturbines bevinden zich op Zutphens grondgebied). Milieuaspecten die in dit MER worden betrokken zijn: gevolgen voor landschap, cultuurhistorie en archeologie, natuur, veiligheid, gezondheid (geluids-belasting), geur, slagschaduw, energie, water en ruimtegebruik.
Er worden twee alternatieven vergeleken met de referentiesituatie:
1. Situatie met drie windturbines met bijbehorende infrastructuur
2. Situatie met twee windturbines (het Waterschap heeft nog geen definitief besluit over plaatsing genomen)
Binnen deze alternatieven worden drie scenario’s onderzocht, waarbij de tiphoogte van de windturbines varieert van 131 m tot 173 m.
In het MER beschreven milieueffecten kunnen door middel van het uitvoeren van mitigerende maatregelen worden verzacht of teniet worden gedaan. Deze maatregelen moeten ook in het MER worden beschreven. Een voorbeeld dat in de onderhavige NRD wordt genoemd, is het stilzetten van turbines op momenten dat er slagschaduwhinder optreedt.

Informatieavond
Op 7 februari 2017 is er van 18.00 – 21.00 uur een inloopavond in Het Hart in Eefde, waar door IJsselwind en het Waterschap informatie over de plannen wordt gegeven. Ook de Notitie Reikwijdte & Detailniveau kan dan worden ingezien. Op de informatieavond zijn ook de betrokken gemeentes aanwezig voor het beantwoorden van vragen over het draagvlakonderzoek. De uitkomsten van het draagvlakonderzoek worden betrokken bij de gemeentelijke besluitvorming over de voortgang van het plan van IJsselwind.
Ook IJsselwind besluit op basis van de uitkomsten van het draagvlakonderzoek, een businesscase en de milieueffectrapportage of het wil doorgaan met het plan.

Zienswijzen
Iedereen kan van 3 februari tot en met 2 maart 2017 op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau een schriftelijke of mondelinge zienswijze geven. Zienswijzen kunnen uitsluitend betrekking hebben op de inhoud van de NRD en alleen aangeven wat IJsselwind volgens de indiener van een zienswijze moet onderzoeken in het MER.
De NRD ligt ter inzage in het gemeentehuis van Zutphen, ’s Gravenhof 2, en is ook digitaal te raadplegen via de website van de gemeente Zutphen: plannen ter inzage.

.
Zienswijzen kunnen schriftelijk gericht worden aan het college van burgemeester en wethouders, Postbus 41, 7200 AA Zutphen, onder vermelding van zaaknummer 96673. 
Voor een mondelinge zienswijze kan contact opgenomen worden met team Ruimte Economie en Duurzaamheid van de gemeente Zutphen, tel. 140575 (zonder kengetal).

Redactie Gorssel.nl
2 februari 2017

 

Deel deze pagina

Reageer

Uw reactie op nieuwsberichten is welkom, mits onder eigen naam en in vriendelijke bewoordingen.
Reacties zijn voor iedereen zichtbaar.
Voor inhoudelijke vragen kunt u beter rechtstreeks contact opnemen met de betrokkenen.
Spelregels

Als antwoord op Some User