“Liefde voor elkaar is de basis van samenleven”
Gerard de Bont (99) woont zelfstandig en blijft zichzelf uitdagen
Op dinsdag 18 februari 2025 bereikte Gerard de Bont de leeftijd van 99 jaar. “Ik had nooit gedacht zo oud te worden”. Gorssel.nl keek met hem terug op de 99 jaren die achter hem liggen.
Brabander van geboorte
Gerard de Bont werd geboren in Raamsdonk in de buurt van Breda. Hij was de tweede zoon uit een gezin met vier kinderen. Toen hij 7 jaar was verhuisde het gezin naar Teteringen. Gerard ging naar de Mulo en daarna naar de kweekschool. In 1947 – hij was toen 21 jaar - behaalde hij zijn diploma en was hij onderwijzer. Het waren onzekere tijden, ook vanwege de oorlog in Nederlands-Indië en zijn naderende dienstplicht.
Ver weg van Teteringen, in Musselkanaal, wist hij een baan op een lagere school te bemachtigen met de zekerheid van een vaste aanstelling. Dit laatste betekende dat hij na zijn militaire dienst op die school terug zou kunnen komen. Het begin was lastig: “Ik verstond de kinderen niet, en de kinderen mij niet”.
Hij reisde met het openbaar vervoer van Teteringen naar Musselkanaal, dat was in die tijd tien uur reizen. In Musselkanaal vond hij onderdak bij een gastgezin.
Dienstplicht in Nederlands-Indië
Gerard moest na vijf maanden in zijn nieuwe baan in Musselkanaal in militaire dienst. Met een schip met 1.200 man voer hij naar Nederlands-Indië, toen nog een kolonie van Nederland. De reis duurde 35 dagen met heel veel zeezieke opvarenden aan boord. Hij kwam daar aan in oorlogstijd, maakte enerverende dingen mee en ‘kneep hem af en toe wel’.
Op 27 december 1949 maakte hij het einde van het koloniale bewind mee en daarmee de onafhankelijkheid van Indonesië. Als dienstplichtig militair werkte hij na deze onafhankelijkheid nog enige tijd mee aan het overdragen van taken aan de nieuwe Indonesische regering en daarna was het wachten op de boot voor terugkeer naar Nederland. Omdat er veel boten nodig waren om de vele Nederlandse militairen terug te brengen duurde het wachten voor Gerard zo´n drie maanden voor hij in 1951 terug kon.
“Toch heb ik vanaf de dag van de onafhankelijkheid van Indonesië daar nog wel een leuke tijd gehad”.
Terug in Nederland
Na drie jaar militaire dienst in Nederlands-Indië/Indonesië en opnieuw een lange bootreis keerde Gerard eerst terug naar zijn ouderlijk huis in Teteringen. Zijn terugkomst ging niet ongemerkt voorbij. Hij werd met de harmonie ingehaald en voor zijn ouderlijk huis stond een erehaag. Zijn verblijf in Teteringen was kortstondig. Overeenkomstig de vooraf gemaakte afspraken moest de school in Musselkanaal hem terugnemen. Hier stond Gerard vier jaar voor de klas.
Grote liefde uit Musselkanaal
Toen Gerard voor de eerste keer in zijn gastgezin in Musselkanaal was, hoorde hij dat zijn gastouders ook een dochter hadden, die in het ‘zeikenhoes’ werkte. “Omdat ik dat woord niet kende, dacht ik dat zij de juffrouw van de retirade was” (retirade betekent openbaar toilet, red.). Toen Gerard dochter Lidy na verloop van tijd ontmoette, bleek zij als verpleegster in het ziekenhuis te werken. “Zij was één van de weinigen die ook puur Nederlands sprak”. En het klikte tussen hem en Lidy Hedeman. Ze kregen kort voor Gerards vertrek naar Indië ‘verkering’. “De beste vrouw die je maar denken kunt”.
In de Indië-tijd schreven ze elkaar vaak lange brieven. Maar die brieven waren soms wel drie maanden onderweg.
“De beste vrouw die je maar denken kunt”. Trouwfoto van Gerard de Bont en Lidy Hedeman
Van Groningen, Leidschendam, Deventer, Raalte naar Gorssel
Van onderwijzer op de lagere school in Musselkanaal maakte Gerard de Bont de stap naar vakdocent aan de Mulo in Groningen. Hier bleef hij vijf jaar en haalde ondertussen nog twee onderwijsaktes. Daarna stapte hij over naar de Mulo in Leidschendam, vanuit de gedachte dat het onderwijs in het westen van het land zich verder had ontwikkeld en hij daardoor nog meer kon leren. In 1966 - hij was toen 40 jaar – werd Gerard directeur van de Mulo in Deventer. Hier bleef hij twintig jaar, waarna hij op 60-jarige leeftijd stopte en met prepensioen ging. Dat was in de tijd dat er een overschot aan onderwijskrachten was. “Ik heb toen plaats gemaakt voor een jongere”. Een jaar voor hij met pensioen ging, waren Gerard en Lidy naar Raalte verhuisd.
Gezinsleven centraal
Het echtpaar De Bont kreeg drie kinderen. Ze vormden een hecht gezin. Toen Gerard en Lidy naar Raalte verhuisden, kregen ze een zelfstandige wooneenheid in het grote woonhuis van hun dochter, schoonzoon en hun toen tweejarige kleindochter. In 1986 werd daar hun kleinzoon geboren. Het huis bood de mogelijkheid voor beide gezinnen volledig onafhankelijk van elkaar te kunnen wonen. Opa en oma zorgden voor de opvang van de kleinkinderen en zo ontstond er een hechte band tussen de generaties. Met een heel warm gevoel kijkt Gerard terug op deze periode.
Toen de kleinkinderen het ouderlijkhuis verlieten, veranderde het samen wonen met dochter en schoonzoon geleidelijk aan in het zorgen voor de ouders, voor zover dat nodig was. Het overlijden van Lidy in 2003 was een harde klap voor de familie.
Twee jaar geleden, in 2023, kochten dochter en schoonzoon een huis in Gorssel, dat ook weer geschikt was voor zelfstandige inwoning van hun vader/schoonvader. Zo is er steeds binnen de familie goed voor elkaar gezorgd en kan Gerard nog steeds zelfstandig blijven wonen. Extra fijn is dat de kleindochter met haar gezin al in Gorssel woonde, zodat deze nu ook dicht in de buurt zijn. “Niets is mooier dan een goed contact te hebben met mijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen”.
Vijftig jaar getrouwd
Hoe hebt u de oorlogsjaren ervaren?
Gerard de Bont was 14 jaar toen de oorlog begon en 19 toen het eindigde.
“Verschrikkelijk. Het was allemaal ellende. We hadden soms bijna niets te eten. Er werd brood gebakken van bloemkool. Ik heb er heel wat zien vertrekken.” We hebben ons moeten verstoppen in de bossen om aan de razzia´s te ontkomen. Het geluk was dat wij de bossen veel beter kenden dan de Duitsers. Hierdoor ontkwamen wij aan hen”.
Hoe kijkt u tegen de huidige toestand in de wereld aan?
“Ik denk dan steeds terug aan de oorlogstijd. Er zijn vaak een paar idioten die de wereld denken te veranderen. Een bestuurder van een land moet een wijs mens zijn. Maar ja, Hitler is toen ook gekozen. Er zullen altijd idioten in het leven zijn, zoals nu, die landen willen kopen, die leiden aan grootheidswaanzin.
Je bent niet alleen op de wereld, je woont samen, er moet harmonie zijn”.
Wat vindt u de grootste veranderingen die u hebt meegemaakt?
“De opkomst van de auto en de grote plek die de auto in het leven heeft ingenomen. Ik weet nog dat de weg van Breda naar Oosterhout mooi geasfalteerd werd. Er kwamen toen misschien drie auto´s per dag over die weg. En moet je nu zien. De hele huisvesting is enorm veranderd. Direct na de oorlog was er een enorm gebrek aan huizen. Veel erger dan dat nu is. Mijn vader heeft voor 4.000 gulden twee huizen laten bouwen. Hij verhuurde het ene huis voor 4 gulden per week. Ook al was het een nieuw huis, er zat geen badkamer in. We moesten in de teil. En we maakten de komst van de stofzuiger mee. Een ander groot verschil is de terugval van de kerken. Toen hoorde je bij een kerk met alle rituelen die daar aan vastzaten. Dat gaf de mensen houvast. De mensen hingen toen meer aan elkaar. Nu is de samenleving niet meer afhankelijk van geloofsactiviteiten, is het veel individueler geworden.”
Wat is uw recept om zo oud te worden?
“Ik heb in mijn leven veel gesport. Heb op vrij hoog niveau gevoetbald, vergelijkbaar met het 2e divisie-niveau van nu. Ik heb getennist, gevolleybald en ben snel gestopt met roken toen ik hoorde dat dit zo slecht was voor je gezondheid. Ik kom nog uit de tijd dat iedereen rookte, dat was toen vanzelfsprekend.
Nu ik moeilijker ter been ben, zorg ik er wel voor dat mijn hersens uitgedaagd worden. Ik bridge twee keer per week. Dat doe ik elke dinsdagavond op de bridgeclub hier in Gorssel waar ik vorig jaar lid ben geworden. En elke donderdagmiddag op de ouderensoos.”
Waar bent u het meest trots op?
“Op ons huwelijk en gezin. Dat was een feest. We kregen drie kinderen, zes kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. De kinderen zijn goed terechtgekomen: twee van de drie zelfs in het onderwijs.
Ik heb altijd gezegd en uitgedragen dat mijn tijd in het onderwijs een prachtige tijd was. Ik kon voor anderen wat betekenen, kon ze helpen zich te ontwikkelen en mooiere banen te krijgen. Een mooiere baan dan werken in het onderwijs is er niet. Als ik terugkijk, hebben we eigenlijk alleen maar geluk gehad”.
Wat zou u nog willen in het leven?
Een klein beetje meebewegen met de kinderen. De kleinkinderen en achterkleinkinderen zien opgroeien en in contact met hen blijven. Nadeel daarbij is wel dat ik nogal moeilijk ter been ben.
Hoe kijkt u tegen de dood aan?
“Heel gewoon, het hoort erbij. Ik zie er niet tegenop. Vind het wel sneu voor de kleine kinderen, want die snappen niet dat ik er dan niet meer ben.
Mijn vrouw is op 75-jarige leeftijd overleden. Hoewel dat heel droevig was, vond ik sterven op die leeftijd toen eigenlijk wel heel normaal. Ik dacht er zelf ook snel achteraan te gaan. Nooit gedacht dat ik zo oud zou worden en mijn lieve vrouw zo lang te moeten missen.”
Wat wilt u anderen meegeven?
“Heb zorg voor elkaar, echte zorg van binnenuit. Respecteer elkaar. Probeer te begrijpen waar de ander mee bezig is. Dan bouw je een gemeenschap waarop je kunt vertrouwen, waar geen jaloezie is. Zie mensen als individuen, niet als een kloon van jezelf.
In het leven gaat het niet om geld maar om menselijke verhoudingen. Liefde voor elkaar is de basis van samenleven.”
Redactie Gorssel.nl
27 februari 2025